Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Een [1]gouden kleinood van David, voor den opperzangmeester, Altascheth; toen Saul gezonden had, die [zijn] huis bewaren zouden, om hem te [2]doden. 1. Zie hfdst.57 vs.1. 2. Maar david, door Gods genadige regering, door Michal ter venster uitgelaten en ontkomen was; 1 Sam.19:12.